Skip to main content
 

SFDR-verklaring

Geen rekening houden met de negatieve impact van investeringsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren

1.         Inleiding

Op 25 september 2015 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een nieuw mondiaal kader voor duurzame ontwikkeling aangenomen: de 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling (hierna de “2030-agenda” genoemd). De 2030-agenda is opgebouwd rond de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) en is gebaseerd op de drie dimensies van duurzaamheid: economisch, sociaal en ecologisch.

Als de EU de SDG’s wil bereiken, moeten kapitaalstromen worden omgebogen naar duurzame investeringen.

PROFINPAR PARTNERS, een “geregistreerde” beheerder van alternatieve beleggingsfondsen (de GFIA of PROFINPAR PARTNERS) in de zin van artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn (EU) 2011/61 van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (de GFIA-richtlijn), legt de volgende verklaringen af in overeenstemmingmet Verordening (EU) 2019/2088 van 27 november 2019 betreffende informatieverstrekking over duurzaamheid in de financiële dienstensector (SFDR), zoals aangevuld door (1) Verordening (EU) 2020/852 van 18 juni 2020 betreffende de vaststelling van een kader ter bevordering van duurzaam beleggen (de Taxonomieverordening of TR)) en (2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van de Commissie van 6 april 2022.

Op de datum van deze publicatie beheert de GFIA, in haar hoedanigheid van geregistreerde beheerder van alternatieve beleggingsfondsen, slechts één alternatief beleggingsfonds, namelijk PROFINPAR FUND S.C.Sp (het fonds of PROFINPAR), waarvan zij ook de beherende vennoot is in de zin van de Luxemburgse wet van 10 augustus 1915 op de handelsvennootschappen, zoals gewijzigd.

De punten 2 tot en met 4 hebben betrekking op de eigen rapportageverplichtingen van de GFIA uit hoofde van de SFDR, terwijl punt 5 betrekking heeft op de rapportageverplichtingen van de GFIA met betrekking tot het Fonds uit hoofde van de Taxonomy Regulation.

2.         Geen rekening houden met negatieve effecten van investeringsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren

Artikel 4, lid 1, van de SFDR vereist dat fondsbeheerders zoals de GFIA duidelijk verklaren of zij rekening houden met de belangrijkste negatieve effecten van investeringsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren (d.w.z., in de zin van de SFDR, milieu-, sociale, mensenrechten-, anticorruptie- en antiomkopingskwesties).

Hoewel duurzaamheidsrisico’s en potentiële effecten op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur (ESG) door PROFINPAR PARTNERS als aanzienlijk worden beschouwd, met name gezien het feit dat het investeringsbeleid van PROFINPAR PARTNERS, dat zich richt op kleinere kmo’s, door PROFINPAR PARTNERS als maatschappelijk verantwoord wordt beschouwd, waarbij met name rekening wordt gehouden met (i) de omvang, de aard en de reikwijdte van de activiteiten van PROFINPAR PARTNERS, die het fonds beheert, alsook met de eigen kenmerken van PROFINPAR, en (ii) het feit dat de beleggingsstrategie en -doelstellingen, en bijgevolg de volledige portefeuille van het fonds, niet ESG-gericht zijn en evenmin specifiek een impact kunnen hebben op duurzaamheidsfactoren, verklaart PROFINPAR PARTNERS dat het geen rekening houdt met de negatieve impact van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren op de wijze die is voorgeschreven in artikel 4, lid 1, van de SFDR.

3.         Transparantie van het beleid inzake duurzaamheidsrisico’s

Algemeen overzicht

Een duurzaamheidsrisico in de zin van de SFDR is een ESG-gebeurtenis of -omstandigheid die, als deze zich voordoet, een daadwerkelijk of potentieel materieel nadelig effect zou kunnen hebben op de waarde van de belegging.

De GFIA analyseert en beoordeelt potentiële duurzaamheidsrisico’s in de zin van de SFDR Verordening als onderdeel van de procedures die inherent zijn aan investeringsbeslissingen met betrekking tot investeringen door het Fonds en heeft de volgende interne procedures en beleidsregels opgenomen in haar besluitvorming en monitoring van investeringsrisico’s.

Adequaatheid van het rekening houden met duurzaamheidsrisico’s

Duurzaamheidsrisico’s kunnen de prestaties van het fonds beïnvloeden. Als een van deze risico’s zich voordoet, zal dit waarschijnlijk een wezenlijke invloed hebben op het rendement van de beleggingen. Beleggers en potentiële beleggers in het Fonds dienen er rekening mee te houden dat het redelijk moeilijk is om met zekerheid in te schatten hoe waarschijnlijk het is dat een van deze risico’s zich voordoet en wat de potentiële impact van duurzaamheidsrisico’s op de waarde van beleggingen is.

Waarderingsprocedure

Risico’s, waaronder duurzaamheidsrisico’s, worden geïdentificeerd en beoordeeld voorafgaand aan een belegging en doorlopend nadat een belegging is gedaan door het Fonds in overeenstemming met het beleggingsbeleid. Deze beoordeling wordt uitgevoerd door de GFIA en houdt rekening met de volgende elementen:

  1. PROFINPAR belegt niet in bedrijven die, op basis van redelijk onderzoek en monitoring door de GFIA :
    1. geen rekening houden met hun impact op het milieu (uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit, water) ;
    2. niet de nodige maatregelen nemen om hun afvalproductie te minimaliseren en recyclage aan te moedigen;
    3. niet de nodige maatregelen nemen om lucht-, bodem- en waterverontreiniging tot een minimum te beperken;
    4. fossiele brandstoffen winnen, opslaan, vervoeren of produceren
    5. hun werknemers discrimineren
    6. controversiële wapens of onderdelen daarvan produceren.
  2. De beleggingen zijn lokaal (België, Frankrijk en Luxemburg) en twee van de drie beheerders van het fonds en één tot drie beleggers van het fonds hebben zitting in de raden van bestuur van partnerbedrijven. Hierdoor is de blootstelling aan sociale, arbeids-, mensenrechten-, anticorruptie- en omkoopproblemen beperkt.
  3. PROFINPAR PARTNERS is gevoelig voor de energie-efficiëntie van de vastgoedactiva van de bedrijven waarin het fonds belegt.
  4. Wanneer PROFINPAR investeert in productiebedrijven, ziet PROFINPAR PARTNERS erop toe dat deze bedrijven de emissienormen naleven (lucht, bodem, water), rekening houden met hun energieprestaties (optimalisatie van verbrandingsprocessen, fotovoltaïsche installaties, enz.) en hun afvalproductie optimaliseren (beperking aan de bron, recyclage, enz.).
  5. Het voorkomen van ongevallen op de werkplek is een prioriteit. Afhankelijk van de sector van het doelbedrijf worden indicatoren ingevoerd om de ongevallencijfers (frequentie en ernst) te controleren.

4.         Beloningsbeleid

PROFINPAR PARTNERS heeft geen personeel in dienst. Het fondsbeheer en de beleggingsadviesdiensten worden verzorgd door de drie beheermaatschappijen van de oprichters van het fonds:

  • PROQUITY, een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, ingeschreven in het Belgische handelsregister onder nummer 0460.854.324 bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (de “KBO”), vertegenwoordigd door de heer Pierre ROBIN ;
  • LMcV, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht, ingeschreven bij het BCE onder nummer 0555.790.006, vertegenwoordigd door de heer Thomas WALGRAFFE;
  • NABOO, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht, ingeschreven bij de ECB onder nummer 0883.804.513, vertegenwoordigd door de heer Dimitri de FAILLY.

De vergoeding van de GFIA moedigt niet aan tot het nemen van risico’s met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Voor de toepassing van artikel 5, lid 1, van de SFDR verklaart de GFIA echter dat zij geen beloningsbeleid ten uitvoer heeft gelegd aangezien zij een geregistreerde beheerder van alternatieve beleggingsfondsen is en niet onderworpen is aan de verplichting om een beloningsbeleid ten uitvoer te leggen overeenkomstig de GFIA-richtlijn.

5.         Verklaringen met betrekking tot het fonds – transparantie van andere financiële producten in gepubliceerde precontractuele informatie en periodieke verslagen

In het sociale contract dat door de beleggers in het fonds is ondertekend, zijn onder andere het beleggingsbeleid en het beleggingsproces vastgelegd. Overeenkomstig de artikelen 8 en 9 van de FRR richt PROFINPAR zich niet op duurzame beleggingen en bevordert het geen milieu- of sociale kenmerken.

De beleggingen die aan dit financieel product ten grondslag liggen, houden geen rekening met de criteria van de Europese Unie voor ecologisch duurzame economische activiteiten[1].

[1] Artikel 7 van het TR